Het mij tot dusverre onbekende woord ‘takkeling’ kwam ik tegen in het themanummer Uilen* van de Wildopvang Delft. Daar staat als korte uitleg: ‘een jonge uil, kan nog niet vliegen, klimt van tak naar tak in het bos, vandaar de naam’, met verderop een nadere toelichting: ‘Zodra de uilskuikens zo’n vier of vijf weken zijn, verlaten ze het nest. Ze blijven dan nog wel vaak op de takken in de buurt van het nest zitten en springen van tak naar tak. Daarom worden ze takkelingen genoemd.’
Inmiddels heb ik alle boeken van de Foundation-serie van Asimov en nog wat andere sciencefictionboeken herlezen. Ik merk dat ik tegenwoordig meer oog voor de taal daarin heb dan vroeger, zoals leuk verzonnen namen voor planten en dieren of termen voor de aandrijving van ruimteschepen of geavanceerd wapentuig.
Een lastige letter: op straat kom ik hem zelden los tegen, wel af en toe in samenstellingen en namen. In zijn rubriek Tekstsnijders’ in het blad Onze Taal noemde Ronald Snijders Q de grootste loser van het alfabet’: ‘Als je Q bent en je komt niet eens voor in het woord kukuleku, waar toch drie keer de gelegenheid toe is, dan is er kennelijk geen haan die er naar kraait.’
De losse Q als landcode voor voertuigen staat voor Qatar, maar de officiële ISO-code van dit bloederige (non)voetballandje is QA. In het Nederlandse telefoonalfabet heb je de keuze uit Quirinus en Quotiënt, in het internationaal veelgebruikte NAVO-alfabet moet je het doen met Quebec.
In de wiskunde staat Q voor de verzameling van alle rationale getallen. Dat zijn alle gehele getallen plus alle breuken. Alleen schrijf je die Q dan wel met een paar extra streepjes, net zoals de andere letters waarmee getallenverzamelingen worden aangeduid (N: natuurlijke getallen, Z: gehele getallen, Q: rationale getallen en R: reële getallen).
Bekende samenstellingen met Q zijn Q-koorts en Q-anon:
Q-koorts is een bacteriële infectieziekte die kan worden overgedragen van dieren op mensen, een zoönose; een term die inmiddels iedereen wel kent van corona. De Q-koorts is echter niet van mens op mens overdraagbaar. De Q is hier afkomstig van query, oftewel vraag, omdat de oorzaak aanvankelijk onbekend was.
Q-anon is een verzamelnaam voor allerlei extreemrechtse complottheorieën. Q is het pseudoniem dat daarvoor op verschillende internetfora gebruikt wordt. Hier staat een uitermate warrige uitleg uit de spirituele hoek, waar zo ongeveer al dat soort waanideeën bij elkaar gezet zijn. Een interessante constatering vond ik overigens dat de spelfouten in tweets (met name die van Donald Trump) eigenlijk codes zijn. Dat hersenspinsel was nieuw voor me.
In de James Bond-films is Q het personage dat de held voorziet van de nieuwste technische gadgets. Q is hier niet zijn naam, maar zijn functie. Hij is namelijk de quartermaster of kwartiermeester. Dat is slim bedacht, want dan kan de rol probleemloos worden vertolkt door verschillende acteurs.
En ten slotte had je vroeger de kinderserie Q&Q, die volkomen aan mij voorbij is gegaan; voor mensen die hier wel nostalgische gevoelens bij hebben is hier een link naar afleveringen van deze serie (en ook van andere series van vroeger, al werken ze helaas niet allemaal).
Na een seizoen van Heel Holland bakt heb ik altijd zin om zelf aan de slag te gaan. Deze keer wierp ik me op de kwarktaart. Nu is kwark heel gezond, maar een hele taart voor mij alleen is wat overdreven. Gelukkig heb ik een leuk kleine springvormpje (12cm doorsnee) en kon ik dus een kwart nemen van de hoeveelheden uit recepten. Dat deed me wel denken aan een oude kwestie: het onderscheid tussen een ‘taartje’ en een ‘gebakje’.
Soms start mijn Van Dale op met een woord waarvan ik denk: eigenlijk moet ik me in dat onderwerp wat nader verdiepen. Dan maak ik een aantekening op een briefje, dat dan vervolgens blijft liggen. Dat gebeurde bij het woord ’capaciteitenstelsel’, waarbij ik aanvankelijk moest denken aan een of andere landbouwmethode, maar dat een kiesstelsel is. Nu we binnenkort weer mogen stemmen heb ik dat briefje weer tevoorschijn gehaald.
Deze week weer eens een letter. Nog een stuk of tien te gaan en dan heb ik ze allemaal gehad. In het huidige tempo kan ik dus nog wel even voort. De kleine s kennen we van de seconde, maar blijkt ook de ‘zijkant van een koot of bikkel’ te zijn. En de hoofdletter S is het scheikundige element zwavel (‘sulfur’), de landencode van Zweden (‘Sverige’) op motorvoertuigen en een maataanduiding voor kledingstukken (‘small’, klein).
In het boek dat ik momenteel aan het vertalen ben gebruikt de auteur regelmatig ‘weven’ als metafoor voor de structuur van de hersencellen met hun uitlopers. Vandaar dat ik allerlei weeftermen heb opgezocht. Er opende zich weer een heel universum aan nieuwe termen. Een daarvan was ‘keper’, een woord dat ik kende van de uitdrukking ‘op de keper beschouwd’, maar waarvan ik eigenlijk niet precies wist wat het betekende.
Als je op straat zo’n blauw bord met een witte H tegenkomt is er meestal een ziekenhuis in de buurt. De H op het bord verwijst naar ‘hospitaal’, een oud woord voor ziekenhuis. Overigens werd hospitaal vroeger vooral gebruikt voor een militair ziekenhuis en vind je bij de H-borden meestal een ‘gewoon’ ziekenhuis.
Als je op straat een i tegenkomt, dan weet je: hier is informatie te vinden. Daar hebben daar vooral toeristen en reizigers baat bij. Meestal zullen de informanten die je daar treft je weinig kunnen vertellen over imaginaire getallen, en krijg je als het meezit een reactie als: ‘O ja, i, dat is toch de wortel uit min één?’ Dan heb je waarschijnlijk een student met een vakantiebaantje getroffen.
Toen ik op zoek was naar plaatjes voor leuke vlakvullingen gebruikte ik als zoekterm onder meer het woord rombus of rhombus, als alternatieve term voor ruit. Tot mijn verrassing bleek een ‘rhombus’ ook een muziekinstrument te zijn, dat ook wel ‘snorrebot’ wordt genoemd.