VAK-cursus 2024-2025 terugblik

Nu seizoen 2024-2025 van de schildercursus aan de VAK is afgelopen blik ik ter afronding terug met dit overzicht. In totaal kregen we van onze docent Niels Janssen tien opdrachten*, onder meer om verschillende materialen en schilderstijlen uit te proberen. Ik heb niet aan alle opdrachten meegedaan. Soms lag het materiaal waarmee we aan de slag gingen me niet (houtskool en pastelkrijt), en soms sprak een opdracht me zo aan dat ik er veel langer mee bezig ben geweest dan de gemiddelde drie weken.

De meest productieve en inspirerende opdracht was nummer 7, met De Staalmeesters van Rembrandt als uitgangspunt. Daarover schreef ik al eerder een blog, toen de resultaten van onze groep in april in de bibliotheek te zien waren. Deze opdracht heb ik op allerlei manieren verder uitgewerkt en het wordt waarschijnlijk het thema van mijn kalender voor 2026.


Een andere opdracht waar ik langer aan heb gewerkt is nummer 2, ‘Naar Marlene Dumas’. Hierbij werkten we met Oost-Indische inkt en verdunde acrylverf. Dat heeft allerlei werkjes op papier opgeleverd, die ik deels weer in een collage heb verwerkt.


De andere resultaten zijn ‘gewoon’ acryl-schilderijtjes op mdf-paneeltjes, op die van opdracht 1 na: dat was een experiment met schilderen op schuurpapier. Dat vind ik niet voor herhaling vatbaar. In mijn landschapjes (35×25) van opdracht 5 is helaas niets terug te vinden van de beoogde sfeervolle stijl van Rachel Arif, dat heb ik kennelijk niet in me.


Het kikkerperspectief van opdracht 8 heb ik vrij letterlijk genomen (30×40) en het kleine werkje voor Urban Jungle (25×25) was in zekere zin een oefening om op straat om me heen kijken. Ik heb inmiddels heel wat foto’s van paardenbloemen.


Het was al met al een rijk seizoen en ik heb me alweer ingeschreven voor de lessen van 2025-2026.

* De tien opdrachten

De Staalmeesters

Eind vorig jaar kregen we bij de schildercursus van de VAK een opdracht over De Staalmeesters van Rembrandt. Onze uitwerkingen komen in OPEN te hangen in het kader van VAK Mundial op 12 april 2025, waarop dit jaar de cultuur van Spanje centraal staat. De link met Spanje van de opdracht is dat deze geïnspireerd is door de ruim vijftig bewerkingen die Picasso in de jaren vijftig heeft gemaakt van Las Meninas, De Hofdames, een olieverfschilderij uit 1656 van de Spaanse kunstschilder Diego Velázquez.

Het schilderij van Rembrandt uit 1662 dat wij in navolging van Picasso als uitgangspunt namen is een groepsportret van vijf ‘waardijns’ van het Amsterdamse lakengilde, mensen die de kwaliteit beoordeelden van de lakense stof die bij toetreding tot het gilde werd voorgelegd, en hun bediende, die zonder hoed op de achtergrond staat. Het werk hangt in het Rijksmuseum.


Ik ben begonnen met een paar studies op A4-papier met verschillende stiften: zwarte fineliner, acrylstiften en markeerstiften. Rechtsonder op de afbeelding staat wat materiaal dat ik voor de volgende fase heb gebruikt en dat ik (ooit) nog in een collage wil verwerken.


Vervolgens heb ik drie koppen van de heren geselecteerd om op paneeltjes van 20×20 centimeter te schilderen. Met deze portretten wilde ik verschillende stijlen uitproberen. De nadruk legde ik daarbij op de witte kragen en hoge flaphoeden, want ze moeten ergens nog wel als staalmeesters te herkennen zijn. Voor de stijlen baseerde ik me op voorbeelden uit het kubisme, expressionisme en de Cobra-beweging.


Nu ik de paneeltjes af heb zijn we inmiddels een paar maanden verder en loop ik een paar opdrachten achter, dus heb ik het (voorlopig) hierbij gelaten. Mijn plan om het hele schilderij van Rembrandt in een van die stijlen te verwerken heb ik laten varen. Het zou natuurlijk een mooie uitdaging zijn, maar is nooit op tijd af voor de tentoonstelling in OPEN, en bovendien: waar laat je zo’n groot werk naderhand.

Terugblik 2024

Tussen kerstmis en nieuwjaar staan de media vol terugblikken en lijstjes. Doorgaans laat ik die aan me voorbij gaan, want van al die top-10-en met boeken, films en concerten heb ik het meeste toch niet gelezen, gezien of bezocht. Het maken van eigen lijstjes kost veel tijd, merkte ik toen ik een poging waagde. Lang geleden ben ik wel eens aan een ‘jaarboek’ begonnen, toen het bijhouden van een dagboek me na een maand te veel werd. Dat ik inmiddels al zo lang elke week een blogstukje weet te produceren verbaast me dan ook best wel.

Ook nu kom ik weer niet verder dan enkele losse notities. In mijn oude agenda stonden dingen die ik al bijna vergeten was, maar die wel een blogstukje hebben opgeleverd, bijvoorbeeld naar aanleiding van vakanties, cursussen, concerten en tentoonstellingen. Ook heb ik in het blog een aantal (zeer korte) verhaaltjes gepubliceerd en regelmatig geschreven over mijn deelname aan de Write-alongs van Prompt! Deze week ben ik begonnen met nummer zeven, die De Reünie als thema heeft.


Sinds april 2024 ben ik lid van een schrijfclub, Het Schrijfkwintet. Ook daarover zal in 2025 ongetwijfeld meer in het blog te lezen zijn, want we werken al aan een bundel. Daarvoor ga ik te zijner tijd natuurlijk wel reclame maken.

In het blog kwam de schildercursus buiten onze tentoonstelling in De Bieslandhof wat minder aan bod. Na de zomervakantie ben ik aan een aantal opdrachten zelfs niet toegekomen, omdat ik meer tijd nodig had voor eerdere opdrachten. Sommige daarvan waren zo inspirerend  dat ik er nog steeds mee bezig ben en die zullen volgend jaar waarschijnlijk in een blogstukje terechtkomen. Hier zijn enkele schilderijen die het afgelopen jaar voltooid zijn.

Sluisje (2024; 50×50; acryl op mdf-paneel)

In Sluisje heb ik twee opdrachten gecombineerd: ‘hoogtij – laagtij’ en ‘brug’. De twee landschappen zijn eigenlijk mislukt omdat ze de sfeer moesten uitstralen van het sfeervolle, haast abstracte werk van Rachel Arif, wat duidelijk niet zo is. Het zijn gewoon twee landschapjes geworden.

Landschap: Park en Hei (2024; 35×25; acryl op mdf-paneel)

En, last but not least: in maart 2024 ben ik groottante geworden van Jari, het broertje van Bo!

Marine

Onlangs was ik in het Haagse Kunstmuseum bij de tentoonstelling Nachtdieren met werk van  Dirk Braeckman en Léon Spilliaert (nog te zien tot en met 12 januari 2025). Veel werken van Spilliaert hebben volgens het toelichtende kaartje de titel ‘Marine’, met ‘Seascape’ als de Engelse vertaling daarvan. Aanvankelijk dacht ik: het is een Belgische schilder, dus dat zal wel de oorspronkelijke Franse titel zijn. Dat was niet zo.

Bij ‘marine’ als Nederlands woord denk ik gewoonlijk aan het legeronderdeel in Den Helder, met matrozen en zo, of, zoals Van Dale het noemt: ‘het krijgswezen ter zee’. Dat kan ik bovendien nooit los zien van ‘Zorreg dat je erbij komt’, het lied Bij de Marine van Dorus (Tom Manders) uit 1959 dat ik als kind al mee kon zingen:  ‘Het is gezond voor je lijf en je leden, bij de marine is er niemand ontevreden.’ (Volledige tekst op de site songteksten.)


Later leerde ik dat marine als bijvoeglijk naamwoord de afkorting is van marineblauw, een heel donkere variant van de kleur blauw. Deze tint, met kleurcode RAL 5002, wordt geassocieerd met zeevaart en is over de hele wereld te zien op civiele en militaire marine-uniformen.

Maar als zelfstandig naamwoord blijkt marine ook in de schilderkunst te bestaan en het is dan een zeestuk of zeegezicht. Dat was de betekenis in de titel van de werken van Spilliaert.


De afbeeldingen deden me denken aan een oude serie van mijzelf, die ik ‘zeezichten’ had genoemd. In dat project heb ik tientallen afbeeldingen op ansichtkaartformaat gemaakt, allemaal op basis van drie horizontale stroken: een strook zand, een strook zee en een strook lucht. Die stroken heb ik met allerlei technieken en materialen uitgewerkt, van verfsoorten, krijtjes en kleurpotloden tot handwerktechnieken en verschillende borduursteken, wat onder meer resulteerde in mijn kalender van 2019. Nu ontdekte ik echter dat de term ‘zeezicht’ een beetje ongelukkig was gekozen, want dat is volgens Van Dale een ‘gezicht op zee (vooral in namen van huizen en van cafés e.d.)’ Achteraf had ik mijn werkjes misschien zeegezichten of marines moeten noemen, maar eigenlijk vind ik seascape nog mooier.

Yin en yang – zacht en hard

Het thema van de laatste opdracht in de vorige lesperiode van de schildercursus was ‘hardware-software’. Ik heb me daarvoor laten inspireren door een klassiek beeld van tegenstellingen: het yin-yang-symbool, ook wel ‘taijitu’ genoemd. De begrippen yin en yang verwijzen naar twee tegengestelde principes, meestal weergegeven met zwart en wit. Het zijn oud-Chinese voorstellingen, waarbij yin het symbool is van het ‘vrouwelijke’ (aarde, koude, het noorden, vochtigheid) en yang het mannelijke (hemel, warmte, het zuiden, droogte).

Yin en yang zijn niet louter tegenstellingen, maar complementaire waarden die elkaar aanvullen. In het ene zit al een aanzet tot het andere, wat zichtbaar wordt in de kleine cirkel in het breedste gedeelte van de ander. Het symbool is dan ook een dynamisch concept.

In mijn weergave van dit symbool op een paneeltje van 30×30 cm. heb ik zwart en wit vervangen door een ‘tactiele’ tegenstelling: watten (als ‘zachte waar’) en aluminiumfolie (als ‘harde waar’). Bij een tweede invulling gebruikte ik afgeknipte wol voor het zachte en kattenbakkorrels voor het harde aspect.


Toen ik eenmaal hiermee  bezig was merkte ik dat ik nog een andere keuze had moeten maken: draaide het teken met de klok mee of tegen de klok in, oftewel, ‘welke lijntjes gum ik weg’. Daar had ik dus niet op gelet. In de illustratie in Wikipedia draait hij rechtsom, met wit links en zwart rechts, oftewel met de stippen boven elkaar.

De taijitu is een hulpmiddel bij meditaties en ergens las ik dat de energie bij een oriëntatie met de klok mee naar buiten is gericht en tegen de klok in naar binnen. Dat deed me meteen weer aan de kurkentrekkerregel denken. Op internet las ik in een commentaar op de vraag naar de juiste oriëntatie: ‘Als je de taijitu los maakt van zijn culturele en historische context, maakt de richting van de oriëntatie niet uit, evenmin als het wit bovenaan staat of onderaan, of een kwartslag gedraaid.’

Dat mag dus allemaal, wat ik heel geruststellend  vond, want ik heb ik er nu al een paar gemaakt zonder hier aandacht voor te hebben.


Inmiddels heb ik de smaak te pakken en gebruik ik het yin-yang-symbool als basis voor verschillende uitwerkingen, bijvoorbeeld door de cirkels waarmee het geconstrueerd wordt uit elkaar te trekken of andere lijntjes weg te gummen

Bewonersexpositie Bieslandhof

De expositie in De Bieslandhof met werken van onze maandagavondschildergroep is achter de rug. Op zondagmiddag 8 september was de finissage, een afsluitende bijeenkomst waar Niels nog een korte toelichting gaf op ons werk. Helaas waren er weinig belangstellenden, dus de hoofdmoot bestond uit het weghalen en meenemen van ons werk. Een volgende keer kunnen we misschien toch beter een vernissage (opening) organiseren.

De muren in de gang bleven echter niet lang leeg, want inmiddels hangt er werk van bewoners van De Bieslandhof zelf. Die schilderijen zijn gemaakt door de deelnemers aan de schilderactiviteit op maandag- en vrijdagmiddag. Ik ben daar een van de vrijwilligers die hun daarbij ondersteunt.

De opening van deze tentoonstelling was op vrijdag 13 september. Uit bijgeloof mijden veel mensen zo’n ongeluksdatum, maar die is hier het motto van de expositie. De aankondiging met de uitnodiging voor de opening   was gebaseerd op een affiche van Théophile Alexandre Steinlen waarop in 1896 reclame werd gemaakt voor het programma van het Parijse cabaret Le Chat Noir, de Zwarte Kat. Volgens het bijgeloof is een zwarte kat net zoals vrijdag de dertiende een brenger van ongeluk. Enkele bewoners hebben daarom speciaal voor deze gelegenheid een schilderij gemaakt van een zwarte kat.


Het werd die vrijdag zeker geen ramp, maar een feestelijke, druk bezochte bijeenkomst in Het Trefpunt, met een drankje en een hapje. Ilona Senghore, die dit allemaal heeft georganiseerd, opende de tentoonstelling met een presentatie waar alle exposanten in het zonnetje werden gezet, en een verhaal dat losjes was gebaseerd op bijgeloof in de kunst, met illustraties variërend van schilderijen met katten en heksen tot de jammerlijke ontploffing van de Apollo 13.


Het werk van de bewoners hangt nog tot december 2024 in de gang naar het Trefpunt (na de ingang rechts). Het is zeker de moeite waard om er eens te gaan kijken als je in de buurt bent.

Tentoonstelling in De Bieslandhof

In 2022 hadden we als deelnemers aan de VAK-cursus ‘Tekenen en schilderen’ van Niels Janssen een groepstentoonstelling in verpleeghuis De Bieslandhof (zie het blogstukje hierover uit 2022). Ook dit jaar kunnen we daar weer terecht: tot begin september 2024 hangt daar werk van onze schildergroep, aangevuld met een aantal oudere schilderijen van mij uit de serie Drie-keer-drie’.

Voor deze expositie hebben we diorama’s uitgewerkt in twee technieken: één keer als tekening op papier en één keer als schilderij op een MDF-paneel. Voor beide werken is een staand of liggend formaat van 50 bij 60 centimeter gehanteerd.

Een diorama is een driedimensionale voorstelling van een bestaande, zelfverzonnen of al doende ontstane werkelijkheid. Een kijkkist is hiervan een voorbeeld. Ik heb mijn werken gebaseerd op zelf opgebouwde diorama’s in de vorm van een stilleven met miniaturen. Dat was een leuk middagje voorbereiding met allerlei poppetjes, beestjes en dingetjes die ik in de loop der tijd heb verzameld. Daarmee bedacht ik allerlei opstellingen, al dan niet met een achtergrond, waar ik vervolgens foto’s van maakte.


Van de foto’s koos ik degene uit die me het geschiktste leken. Die heb ik geprint en meegenomen naar de les, waar ik ze met behulp van vierkantjes overgebracht op het paneel of papier van het gewenste formaat (vijftig bij zestig centimeter). Van de ‘trommelaar met hond en ezel’ heb ik een tekening gemaakt met viltstiftstippels en de ‘pinguïn op ijsschotsen’ is uitgewerkt tot een acrylschilderij op paneel.


Omdat ik nog voldoende tijd had heb ik een extra schilderij gemaakt van een opstelling met beeldjes van ‘denkers’, die wel vaker in mijn werk figureren.


Deelnemers aan de expositie: Patty Adelaar, Floor Liem, Frank Foole, Wietse van Dijk, Astrid Chorus, Astrid Schapp, Henk van Terwisga, Sjaan Kerklaan, Angelique Mergler, Arjan Versteeg en Marieke Giele. Niels Janssen en ik hebben de expositie georganiseerd en ingericht.

Plaats: Verpleeghuis De Bieslandhof
(in de gang naar het Trefpunt, rechts van de entree)
Beukenlaan 2 / Delft

Er zijn geen speciale openingstijden: loop als je in de buurt bent gewoon eens binnen om ons werk te bekijken.


Zie voor meer schilderijen mijn website AdelaarArt

Iconen

In 2022 vond ik tijdens de ISVW-cursus Kunst en filosofie in Rusland ‘iconen’ een intrigerend onderwerp. De docent, Karin Braamhorst, liet ons wondermooie plaatjes zien en hield een boeiend verhaal. Ze vertelde toen ook dat ze bezig was een boek over iconen te schrijven en dat is onlangs eindelijk verschenen. Ik heb het meteen aangeschaft en gelezen.

Iconen zijn religieuze afbeeldingen op houten panelen, gestileerde vlakke voorstellingen van Christus, Maria of heiligen in de Grieks-katholieke (Byzantijnse) kerkelijke kunst. Hun functie is het doorbreken van de barrière tussen het zichtbare en het onzichtbare, zodat de gelovige rechtstreeks in contact kan komen met God. Daarin verschilt de icoonschilderkunst van de weergave van religieuze voorstellingen in de westerse schilderkunst. Die richt zich op de zichtbare werkelijkheid, een soort illustraties van de Bijbel. In haar boek bespreekt Braamhorst iconen vanuit een kunsthistorisch perspectief.

Iconische iconen. Karin Braamhorst. ISVW Uitgevers, Leusden 2023.

In het boek komen naast de bekende personages talloze mij onbekende heiligen voor. In eerste instantie vond ik het boek wat warrig en miste ik een duidelijke structuur. Het leek een enthousiaste beschrijving van uiteenlopende iconen met een bijbehorend achtergrondverhaaltje en enkele anekdotes. Dat ik geen samenhang zag kwam waarschijnlijk doordat ik het boek ’s avonds laat las, meestal maar een paar bladzijden per keer voordat ik ging slapen. Gelukkig werd in het nawoord de opbouw van het boek nog eens uitgelegd en pas toen heb ik eindelijk ook de inleiding gelezen. Daarmee had ik natuurlijk beter kunnen beginnen, want het verhelderde veel. Daarna heb ik grote delen van het boek herlezen, overdag en met plezier.

Braamhorst maakt in de inleiding duidelijk dat het verhaal niet chronologisch is opgebouwd, maar min of meer thematisch, met ‘associatieve dwarsverbanden’. De thematische hoofdstukindeling is het kader waarin ze afzonderlijke verhalen en iconen uit verschillende tijden en tradities bij elkaar heeft gezet. Door de afbeeldingen nauwgezet te beschrijven in een historische context weet Braamhorst binnen zo’n kader allerlei interessante wetenswaardigheden naar voren te halen. Twee voorbeelden.

Het hoofdstuk ‘De geur van heiligheid’ gaat over heilige  kluizenaars zoals de heilige Onufrius, die door monniken in de woestijn werd ontdekt ‘omdat ze hem van grote afstand konden ruiken’. Kluizenaars, monniken en kerkvaders verfoeiden de heidense gewoonte van het nemen van een bad, want ‘wie in Christus heeft gebaad heeft geen tweede bad nodig,’ aldus de heilige Hiëronymus.


Dat die kerkvaders ook uitermate vrouwonvriendelijk waren blijkt uit citaten in het hoofdstuk ‘Onvolledige en gebrekkige mannen’. Op iconen wordt Maria als moeder van Jezus regelmatig afgebeeld terwijl ze het kind de borst geeft, respectvol, al zit haar borst zit vaak op een vreemde plaats, haar bovenarm of zo. Andere vrouwelijke heiligen genieten minder respect. De beschrijvingen van het ‘vreselijk zondige leven’ van vrouwelijke heiligen, zoals Maria van Egypte, noemt Braamhorst af en toe treffend ‘slutshaming’ of wraakporno. Op iconen zijn de uiterlijke kenmerken van deze Egyptische  Maria en vergelijkbare vrouwen die ‘na een zondig leven tot inkeer zijn gekomen’ vermannelijkt.


Dus pas in tweede instantie werd me het verband duidelijk tussen de verhalen en iconen die ik eerst onsamenhangend had gevonden. Het herlezen was de moeite waard.

Haastige spoed…

Omdat ik deze week op vakantie ben had ik vorige week alvast een stukje voor mijn blog voorbereid. Helaas maakte ik inderhaast een fout met het inplannen en werd de mail met de aankondiging onmiddellijk verstuurd, terwijl het stuk nog bij de concepten stond. Toen heb ik het toch maar meteen online gezet, anders krijgt iedereen die het vanuit dat mailtje wil bekijken een foutboodschap.

Dus het blogje van deze week is in feite vorige week al verschenen. Omdat ik vast wil houden aan de wekelijkse frequentie publiceer ik deze keer een kattenplaatje. Katten schijnen het goed te doen op internet.

2023 Tangramkat van verknipte aquarel, bewerkt met fineliner; 10×15 cm

De Bieslandhof schildert

Sinds een paar jaar doe ik vrijwilligerswerk in verpleeghuis De Bieslandhof. Daar assisteer ik op vrijdagmiddag bij de ‘schilderactiviteit’ voor bewoners van pg-afdelingen (psychiatrisch-geriatrisch) en op maandagmiddag val ik af en toe in bij de schildergroep van bewoners van somatische afdelingen. Werk van beide groepen is de komende maanden te zien op een tentoonstelling in de gang naar het Trefpunt.

Het werk van ons als vrijwillig(st)ers op de vrijdagmiddag bestaat uit het treffen van voorbereidingen – papier op de werkbladen plakken, penselen neerleggen, lege potjes met water vullen, koffie en thee zetten, paletjes maken met verf in de kleuren die passen bij het plaatje van die middag. Daarna halen we de mensen op, van wie er veel in een rolstoel zitten, voorzien ze  van een schort en een kopje koffie of thee (met een koekje). En dan gaat iedereen aan de slag. De afgelopen weken heeft iedereen hard gewerkt om speciaal voor de tentoonstelling een werk te maken op schilderdoek in plaats van op papier.

Sommigen hebben bij het schilderen wat meer assistentie nodig dan anderen, maar het is altijd weer verrassend hoe één voorbeeldplaatje zoveel verschillende werken kan opleveren. En nu is een aantal ervan te bewonderen op de expositie, die is georganiseerd door Ilona Senghore, de activiteitenbegeleidster die de schildermiddagen coördineert. Ik heb geholpen bij het inlijsten en ophangen van de werken.

Op vrijdagmiddag 2 juni was de feestelijke opening met een hapje en een drankje, waarvoor ook familie en vrienden waren uitgenodigd. Ilona gaf een korte presentatie over ‘Tuinen in de kunst’, en liet op een groot scherm de werken en ‘onze’ makers zien: applaus voor iedereen en veel waardering voor de schilderijen, die op dat scherm prachtig uitkwamen.

Het zijn allemaal werken die het aanzien waard zijn. En ze zijn inderdaad nog te zien, want ze blijven in ieder geval hangen tot september. Dus: mocht je de komende tijd in De Bieslandhof komen, loop dan eens door de gang naar het Trefpunt (rechts van de ingang) en bewonder de resultaten!