
In Papyrus, het verenigingsblad van de Vrienden van de Delftse Botanische Tuin, kwam ik in een artikel over Tulpomanie*) de term stinsenflora tegen. Over de tulp en andere vroeg bloeiende bolgewassen, zoals sneeuwklokje, narcis en krokus, die in de zeventiende eeuw vanuit het Midden-Oosten geïntroduceerd werden, merkt de auteur op: ‘De waardering voor deze exoten was groot, ze vormden de nu als zeer bijzonder geziene stinzenflora.’
Dat woord kende ik niet. Stinsenflora blijkt de benaming voor ‘plantensoorten die speciaal worden aangetroffen op terpen waar een stins heeft gestaan, bij oude boerderijen, op kerkhoven e.d.’ En een stins is een versterkte adellijke woning in Friesland, ‘stenen huis’. Het lemma stinsenplant op Wikipedia op Wikipedia verduidelijkt het verband van die huizen met stinsenflora: ‘planten die van oorsprong in een regio alleen als ingevoerde sierplantensoort voorkwam in landgoederen, boerenhoven, pastorietuinen en dergelijke, en zich daar handhaafden of verwilderd zijn.’

De spelling varieert overigens: soms wordt het met een s geschreven en soms met een z. Ook dat wordt uitgelegd in Wikipedia: ‘Het meervoud van stins wordt uitgesproken met een z. Het woord is in dit opzicht te vergelijken met grens – grenzen en niet met mens (vroeger: mensch) – mensen. De spelling met een z wordt erkend sinds 2015.’ Volgens het Groene Boekje mag het inderdaad allebei.
De term wordt gaandeweg ook buiten Friesland gebruikt: na 1950 ook voor de planten in Groningen en Utrecht. Hij was oorspronkelijk afgeleid van ‘stinsblomkes’ zoals ze in de Friese volksmond werden genoemd, maar tegenwoordig wordt de benaming ook gebruikt voor de ‘börgbloumkes’. Een borg is de Groningse variant van een stins.

De Friese vereniging voor natuurbescherming It Fryske Gea verzorgt onder meer een website, de stinzenfloramonitor, met allerlei wetenswaardigs over deze planten en een kalender wanneer ze in bloei staan bij de uiteenlopende stinsen, borgen en staten in het noorden van het land. Het seizoen loopt van februari tot medio mei en is inmiddels afgelopen.
Volgend jaar zijn die plaatsen van dit groene erfgoed vast weer ‘een waar lustoord met bloeiende stinsenplanten’. Ook dichter bij huis kunnen we in het vroege voorjaar genieten van bloemrijke plantsoentjes en bermen. Ik weet niet of dat officieel stinsenflora zijn, zonder een deftig landhuis in de buurt, maar deze lentebloeiers zijn dus ook tot Zuid-Holland doorgedrongen.

*) ‘Tulpomanie’, Daan Hallewas, Papyrus, voorjaar 2023, p 10-11.
Hé Patty, wat grappig, met stinzenplanten raakte ik in aanraking toen we verhuisden naar Koarnjum https://stinzenflora-monitor.nl/martenastate/ alwaar in het Koarnjummer bosk het slot Martenastate was gelegen en inderdaad stinzenplanten voorkwamen. Mijn moeder was gek op bloemen en wees ons erop. Enkele straatnamen zijn er ook naar vernoemd: wylde tulp, giele anemoan, holwoartel, helmblom, longkrûd. Hier nog veel mooie foto’s van stinzenplanten:
https://www.bakkeveen.nl/2023/04/stralende-stinzenplanten-in-koarnjum/
LikeLike
Er is bij Oostvoorne ook een stinzentuin. Op landgoed Mildenburg bij het dorp, het landhuis is inmiddels verdwenen.
LikeLike