
Onlangs heb ik naar aanleiding van een schrijfoefening over hoe ik het verstrijken van de tijd ervaar kort nagedacht over het fenomeen tijd. Dat leverde uiteraard geen diepgravende filosofische studie op, want in principe moest je de opdracht binnen een kwartier kunnen afronden. Het bleef dan ook bij enkele losse gedachten.
Het resultaat was een stukje dat ik ‘tijdloosheid’ noemde. Hierin merk ik op dat:
‘… tijd bij mij niet zozeer verstrijkt, maar stapsgewijs verspringt. Ik hobbel van afspraak naar afspraak, van klus naar klus. Mijn tijd bestaat uit partjes, gevuld met wegtikkende seconden, minuten, uren, dagen, weken enzovoort. Een belangrijk kenmerk daarvan is dat die tijd meetbaar is: vier minuten voor een gekookt ei, een kwartier voor mijn basisoefeningen. Deze voortschrijdende tijd, met begin- en eindpunten, is bepalend in mijn agenda en voor mijn dagelijks leven. Het is de lineaire, chronologisch geordende, meetbare kloktijd, de variabele t uit de natuurkunde en techniek.

Die vorm van tijd komt op verschillende schalen tevoorschijn. Behalve bij een expliciet ingestelde wekker of een snelle blik op mijn horloge om te zien of ik de trein nog kan halen, of bij de wekelijkse planning voor het versturen van verjaardagskaarten, dringt deze chronologie zich ook op in grotere eenheden. Hij toont het voorbijgaan van de jaren in rimpels in de spiegel, in kleuters die plotseling reuzen zijn geworden, en in het besef dat we inmiddels bijna een kwart van de nieuwe eeuw achter de rug hebben.
Wanneer ik in iets opga, helemaal verdiept ben in een boek of geconcentreerd aan een schilderij werk, ervaar ik daarentegen een aangename tijdloosheid en val ik daarna met tegenzin terug in die onverbiddelijk doortikkende kloktijd. Enige troost vind ik dan in de cyclische, herhaalde tijd, waarin gebeurtenissen met regelmaat terugkomen. Deze tijdvorm wordt gesymboliseerd door de seizoenen, maar soms kan ik ook de wekelijkse regelmaat van koorrepetities en vaste schilderavonden als tijdloos ervaren.’
Achteraf maak ik daar nog wel de kanttekening bij dat de tijdloosheid bij het aandachtig verdiept zijn in een bezigheid of bij repeterende activiteiten ook altijd gepaard gaat met een half oog op de klok, want die tikt op de achtergrond onverstoorbaar verder.

Mooie bespiegelingen
LikeLike