Amme-nemme-nimme-nom is een toverspreuk uit het boek Jeroen en de zilveren sleutel van Daan Zonderland^*. Het is dus geen ‘echte’ spreuk met een lange voorgeschiedenis, zoals abracadabra of hocus-pocus-pilatus-pas. Ik heb onder andere op dit boek gestemd voor de kinderboeken top100. (Overigens is geen van mijn top5 op de uiteindelijke lijst terechtgekomen.)

In het boek is alleen al de dreiging met deze ‘grote toverspreuk’ voldoende om gemene heksen en boze tovenaars te laten klappertanden. De kabouterkoning Hazevoet legt Jeroen uit hoe het werkt:

“‘Luister,’ zei Hazevoet. ‘Je moet je linkerhand op je rechterschouder leggen en drie keer diep ademhalen door je neus. En dan zeg je:

Amme, nemme, nimme, nom,
Al wat recht is maak ik krom.
Bij de tortel en de specht,
Al wat krom is maak ik recht.”

En inderdaad is alleen al het dreigen met deze spreuk door de eerste woorden uit te spreken voldoende om zowel de tovenaar Malijn, die door Jeroen inmiddels met behulp van de zilveren sleutel is veranderd in een kraai met een groene snavel, als de heks Tanne, van wie hij een kraai met een blauwe snavel heeft gemaakt, aan het praten te krijgen en de geheime bergplaats van hun toverboek te laten onthullen. In dat boek staat hoe Jeroen hun kwalijke betoveringen ongedaan kan maken. (Spoiler alert: dat lukt; eind goed, al goed.)

Aan mijn pianostukjes met toverspreuken als thema heb ik er nu een toegevoegd op basis van deze minder klassieke spreuk. Van dat stukje staat hier een door de computer gegenereerde mp3-versie en een pdf van de partituur. De akkoorden op ‘krom’ heb ik in de eerste frase met opzet lelijk gemaakt. Dat was nog best moeilijk!

* Jeroen en de zilveren sleutel van Daan Zonderland, illustraties Carol Voges; heruitgave uit 1963 bij Het Spectrum (Prisma Juniores); oorspronkelijk in 1946 uitgegeven bij uitgeverij G.W. Breughel met illustraties van Piet Worm.