
Een verwarrende letter in ons alfabet is de IJ. Als je het alfabet opzegt valt dat niet zo op, maar als je het uitschrijft kun je kiezen uit twee letters, de ij, in de praktijk vaak ingetikt als twee letters, een i gevolgd door een j, en y, de ‘Griekse ij’ of ‘i-grec’, maar die spreek je weer uit als i.
Op school leerden we bij het schrijven bovendien nog onderscheid te maken tussen de lange ij, die in België ook wel de ‘gestipte ij’ genoemd schijnt te worden, en de korte ei. Dat is voor veel scholieren een struikelblok, maar niet voor dialectsprekers, want spreken het verschillend uit. Ik heb overigens de tijd nog meegemaakt waarin de ij een eigen toets had op een typemachine. De y stond ergens weggestopt in een hoekje.

Is ij nu een ‘echte’ letter of niet? Wiki heeft een uitgebreid lemma over ‘IJ als digraaf’, met onder meer redenen om de ij als twee letters te zien en redenen om ij als één letter te zien. Alleen het Nederlandse telefoonalfabet kent de ij als afzonderlijke letter (IJsbrand of IJmuiden). Andere spelalfabetten kennen deze letter niet. Voor de Y zijn Ypsilon en Yvonne gangbaar, terwijl het veel gebruikte NAVO-alfabet daarvoor ‘Yankee’ gebruikt.
Een computer zal de ij bij het alfabetisch sorteren neerzetten bij de i, terwijl de y op de ‘juiste’ plaats, tussen de x en de z, terechtkomt. Die volgorde houdt ook mijn papieren Van Dale aan [veertiende uitgave uit 2005], maar in de elektronische versie is dat vreemd genoeg niet zo. Bij alle letters vermeldt Van Dale als een van de betekenissen de plaats in het alfabet. Bij de ij staat dat er niet bij, wel bij de y: ‘als teken de 25e letter van het alfabet, die zowel voor een klinker als voor een medeklinker kan staan’. Dus hier lijkt y de ‘echte’ ij.
De kleine letter y is bij maten en gewichten de afkorting van het officiële SI-voorvoegsel ‘yocto‘. Ik ben dit in de praktijk nog nooit tegengekomen, maar het blijkt een factor 10−24 aan te geven en is tot nu toe het kleinste officiële voorvoegsel. Het is daarmee de tegenhanger van het grootste officiële SI-voorvoegsel, ‘Yotta’, dat met een hoofdletter Y wordt aangegeven en een factor 1024 aangeeft, een één met vierentwintig nullen. Ook dat ben ik nog nooit tegengekomen.

En behalve de IJ hebben we natuurlijk ook het IJ, dat weer niet verward moet worden met ‘het ei’.
Wat ik zelf irritant vind, is dat Word van hoofdletter IJ (bv IJmuiden) altijd Ij maakt.
LikeLike
Dat kun je ergens instellen, bij Autocorrectie of zo, maar dan blijven ook onterechte dubbele hoofdletters staan.
LikeLike
Bij het scrabbelen wordt de ‘ij’ gelegd met de twee letters ‘I’ en ‘J’. De Y alleen als zodanig.
Ik herinner me dat we vroeger als kinderen de Y ook als IJ mochten gebruiken, anders raakte je hem haast nooit kwijt. Nu er zoveel Engelse woorden in de taal zijn bijgekomen zijn er veel meer woorden met de y en is het niet zo moeilijk meer om een woord te vinden. Het helpt natuurlijk ook dat ik inmiddels een grotere woordenschat heb na zoveel jaren op de scrabbelclub!
LikeLike
Pingback: Alfabet: terugblik | Achter de sansevieria's