Verschenen: Inzichten

In augustus is mijn nieuwste vertaling verschenen: Inzichten. De ontstaansgeschiedenis van ons gevoelsleven. Het is een vertaling van het boek Projections. A Story of Human Emotions van Karl Deisseroth. Half december vorig jaar kreeg ik het manuscript toegestuurd en half april heb ik de eerste versie van de vertaling ingeleverd. Daarna volgden nog wat correctierondes en enkele drukproeven, maar nu ligt het boek er.

In de samenvatting van de uitgever, Ambo|Anthos staat:  ‘In Inzichten, de opzienbarende reis door de menselijke geest, verkent psychiater Karl Deisseroth de biologische en evolutionaire oorsprong van menselijke emoties aan de hand van aangrijpende klinische verhalen uit zijn praktijk.’ Dat klopt, maar het is maar een deel van het verhaal. Deisseroth koppelt zijn praktijkverhalen namelijk aan resultaten van een nieuwe techniek in neurowetenschappelijk onderzoek, de optogenetica, waarmee hij meer licht wil werpen op de inderdaad vaak aangrijpende, maar zeker ook boeiende  verhalen over een aantal goed gekozen patiënten.

Met deze onderzoekstechniek worden lichtgevoelige genen uit algen geïmplanteerd in hersencellen van muizen of zebravissen. Dat maakt fijnmazig onderzoek naar het gedrag van die hersencellen mogelijk. Deisseroth pleit er op grond van die nieuwe mogelijkheden voor om steun aan wetenschappelijke projecten niet te beperken tot nauw omschreven resultaatgericht onderzoek. Nieuwe ontwikkelingen kunnen dankzij kruisbestuiving van verschillende vakgebieden uit onverwachte hoek komen.

Ik vond het een inspirerend boek, dat ik met plezier vertaald heb. Dankzij de lockdown was de deadline bovendien niet zo benauwend als anders bij een vertaling. Ik heb er ook allerlei nieuwe dingen van geleerd, uiteraard over psychiatrische ziektebeelden en neurowetenschap, maar ook dankzij een aantal interessante zijsprongen.

Zo blijkt bijvoorbeeld dat de wespentaille oorspronkelijk was geëvolueerd om bij een wespenvoorouder de ‘legboor’ flexibel te maken waarmee ze haar eitjes nauwkeuriger in een bladluis kon leggen. Toen de wespen zich naderhand tot sociale insecten hadden ontwikkeld, zorgde de sociale structuur ervoor dat ze op andere manieren voor de larven konden zorgen. Die legboor was toen niet meer nodig om eitjes in andere beestjes te leggen en evolueerde tot een angel waarmee ze hun nest konden verdedigen. Hun taille herinnert echter nog steeds aan die voorgeschiedenis.

Deisseroth heeft de beschrijving van onderzoeksresultaten uit de neurowetenschap en uitstapjes naar de evolutiebiologie en filosofie evenwichtig en onderhoudend verweven met de verschillende, ook stilistisch gevarieerde beschrijvingen van zijn patiënten. Aan sommige van die indrukwekkende patiënten denk ik nog steeds wel eens terug: hun verhalen bleven me boeien tot aan de controle van de laatste proef toe.

2 Comments

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s