
In 2019 bestond mijn oude school, Gymnasium Felisenum, 70 jaar. Daarvoor is een jubileumboek gemaakt, waarvoor ook ik iets had geschreven. De feestelijke uitreiking van dat boek voorjaar 2020 ging vanwege corona niet door en onlangs kreeg ik het thuisgestuurd. Omdat weinig lezers van dit blog dat te zien zullen krijgen, zet ik mijn stukje met enkele herinneringen aan klaslokalen ook hier neer.
—————————-
Tijdens je middelbareschooltijd wordt vaak de kiem gelegd voor latere interesses. Behalve de brede algemene vorming die inherent wordt geacht aan een gymnasiale opleiding zijn soms ook heel specifieke fascinaties op die periode terug te voeren. Voor mij is bijvoorbeeld de invloed van de volgende twee beelden, verbonden aan een bepaald leslokaal in mijn tijd op het Felisenum, nog altijd merkbaar.
Veel vakken hadden toen min of meer een vast eigen lokaal, dat dan ook meestal een toepasselijke aankleding had gekregen. Twee lokalen waarvan een onderdeel van de inrichting een blijvende indruk op me hebben gemaakt waren het wiskundelokaal van meneer Haafkens en het lokaal Nederlands van juffrouw van Eck.
In het wiskundelokaal hingen affiches met plaatjes van Escher, zoals de bekende prent ‘Klimmen en dalen’ waarop de ene groep soldaten voortdurend de trap op moet lopen terwijl de andere groep het geluk heeft dat ze steeds naar beneden kunnen gaan. Ik vond dat spelen met perspectief heel intrigerend, evenals Eschers vlakvullingen en zijn metamorfoses, waarin vissen in vogels veranderen en elkaar in wezen daardoor bepalen, als voorgrond die achtergrond wordt en andersom. Deze beelden liggen ongetwijfeld aan de basis van mijn grote voorkeur voor geometrische kunst en vlakvullingen.

Bij Nederlands zat ik in de rechterrij, een beetje achteraan, naast een boekenkast. Soms dwaalde mijn aandacht wel eens af en dan bekeek ik de titels van de boeken die daarin stonden. Met name bij één bepaalde titel bleef mijn blik elke keer hangen: Wormcruyt met suycker. Ik fantaseerde dat het een receptenboek was, misschien wel voor heksen. Je weet het immers maar nooit met die leraren.
Naderhand ben ik op zoek gegaan naar wat er achter die titel zat. Het boek bleek nogal prozaïsch te zijn, een historisch-kritisch overzicht uit 1950 van de Nederlandse kinderliteratuur.1 Kort samengevat: in kinderboeken werd de moralistische boodschap (het bittere wormkruid) verpakt in een verhaal of gedicht (de suiker), en in de loop der tijd is het suikeraandeel steeds groter geworden. Toch heeft de raadselachtige titel volgens mij mede de aanzet gegeven tot mijn liefde voor fantasy-boeken.

Wiskunde en Nederlands zijn ook in brede zin bepalend geweest voor mijn verdere leven, want ik ben uiteindelijk wiskunde gaan studeren en heb daarnaast als vertaalster van non-fictie veel profijt gehad van de gedegen lessen van juffrouw van Eck. Maar ik geniet nog altijd van mooie vlakvullingen en onmogelijke figuren, en fantasy is tot op de dag van vandaag mijn favoriete escape-lectuur.
1. D.L. Daalder / Wormcruyt met suycker. Historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur. (Amsterdam: De Arbeiderspers, 1950). Beschikbaar in dbnl.
Nu ik het stukje opnieuw lees schieten me wederom herinneringen te binnen aan mijn eigen schooltijd. Mijn favoriete lokalen waren die voor scheikunde en tekenen. De eerste omdat ie heel anders van indeling was en je er stiekem soep uit blik warm kon maken, en de tweede omdat het grote ramen had die open konden en er stiekem gerookt kon worden ( wat onze tekenleraar dan ook deed)!
Of deze herinneringen invloed hebben gehad op latere keuzes in mijn leven laat ik maar in het midden, hoewel ik nog steeds van een sigaretje kan genieten (oei!).
LikeLike