
Bij het verhuizen kwam ik onder meer (onder véél meer) ook een aantal kaartenbakken tegen, met het resultaat van huiswerkopdrachten voor de opleiding tot wetenschappelijk literatuuronderzoeker (GO-C) die ik in 1988-1990 heb gevolgd. Bijna was het gelukt die ongezien weg te gooien, maar toen bleef ik haken aan de titel van een van de opdrachten: ‘de grue-bleen paradox’, wat ik aanvankelijk foutief las als green-blue. Ik kon me daar niets meer van herinneren.
De opdracht bleek dat ik gestructureerd moest vastleggen hoe ik naar relevante literatuur over het onderwerp had gezocht aan de hand van een vooraf opgesteld zoekplan. Over het onderwerp zelf stond inhoudelijk niets op mijn kaarten. Gelukkig was er een kaart ‘Achtergrond bij de probleemstelling’, een van de vaste onderdelen van de methode, en daarop stond waar ik het onderwerp vandaan had. Het bleek te gaan om een hoofdstuk in een boek van William Poundstone dat ik in 1988 vertaald had.* De gloen-brauwparadox, zoals ik hem in de vertaling had genoemd, blijkt een wetenschapsfilosofisch vraagstuk waarop ik hier niet verder in zal gaan.
Dit speelde allemaal vóór het internettijdperk en ook vóór het beschikken over een pc waarin je de resultaten in een databaseprogramma kon vastleggen. Ik zat toentertijd dan ook regelmatig een aantal middagen in de oude TU-bibliotheek om in de bibliografieënleeszaal handmatig allerlei ingebonden tijdschriften met bibliografische gegevens door te nemen. De resultaten schreef ik op kaarten die ik vervolgens gerubriceerd in een kaartenbak stopte.
Ik vroeg me af hoe ik een dergelijk onderzoek tegenwoordig zou aanpakken. Zoeken op internet met de Nederlandse term leverde niets op, maar met de woorden grue, bleen en paradox gaf de zoekmachine Ecosia.com 2650 resultaten en Google.com 21 resultaten. Bij beide stond de Engelstalige Wikipedia bovenaan. Deze geeft geen doorverwijzing naar een Nederlandse versie, wel naar andere talen. In de Duitse en Zweedse versie blijft ‘grue-bleen’ onvertaald en de Franse versie heeft het over ‘vleu-bert’. Er waren ook links naar talen als Koreaans of Japans, maar die kan ik niet lezen.
Het Wiki-artikel bevat de belangrijkste reacties op de paradox met de bijbehorende referenties, en een Verder Lezen-sectie met zes publicaties. Twee daarvan zaten ook in mijn kaartenbak, de andere vier dateren van na die tijd. Nu had ik binnen een uur resultaat! Het opstellen van een goed ‘zoekplan’ blijft natuurlijk het belangrijkste, maar het uitvoeren daarvan gaat een stuk sneller. En wat het vastleggen van de resultaten betreft: mijn kaartjes zijn na dertig jaar nog steeds goed leesbaar. Ik doe mijn kaartenbakken voorlopig toch maar niet weg.
* Het labyrint van het denken. Paradoxen, puzzels en de broosheid van kennis/ William Poundstone; vertaald door Patty Adelaar/ Contact, 1990 p.52-66. Uit een recensie in Intermediair [‘Het tere weten’, Marinus C.M. de Baar, in Intermediair, 21 september 1990, 26e jaargang 38, p. 29-31]: ‘De Nederlandse uitgave oogt beter dan de Engelse en ook met de vertaling (van soms surrealistische en bizarre passages) is het boek er niet minder op geworden.’ Toch jammer dat de naam van de vertaler niet vermeld wordt. 😉
Inderdaad je kaartenbakje nog niet weg doen Pat. Wie weet komt er in de toekomst nog een interessant artikel uit voort.
LikeLike
Pingback: Alfabet: de I | Achter de sansevieria's