
Bij de verhuizing kwamen een paar schriften uit mijn lagereschooltijd tevoorschijn. Het waren schriften voor verschillende vakken: schrijven (technisch schrijven en opstellen), rekenen (dat toen cijferen heette), en een klein schriftje voor muziek. Mijn opstellen, uit 1963, waren voornamelijk bondige samenvattingen van een voorgelezen of zelf gelezen verhaaltje en bij elk opstel had ik een tekening gemaakt.
In de eerste klas leerden we ‘lopend rechtschrift’ met het schrijfcahier ‘Eerst duidelijk… dan snel’. Daarin schreef ik mijn eerste letters, met pen en inkt, ingepast tussen lijntjes en hulplijntjes, door zo goed mogelijk het voorbeeld in de linker kolom na te tekenen.
Nu las ik voor het eerst ook de instructie voor de leerkracht die aan de binnenkant van de kaft staat. ‘Schrijven is een vaardigheidsvak, dat men alleen leert door het veel te doen,’ met aanbevelingen als: ‘Het is nodig bij elke schrijfles streng te letten op de houding van de pen en die van het lichaam en op de ligging van het papier.’ (Dit tik ik in een niet zo verantwoorde houding op een toetsenbord.)
Een ander schrift was mijn ‘cijferschrift’ met antwoorden op opgaven uit het leerboek. Dat moeten best ingewikkelde sommen zijn geweest, zo aan de antwoorden te zien, vol met G.G.D., K.G.V., guldens, liters, vierkante decimeters, centiliters en percentages. Waarschijnlijk stamt het uit een van de latere jaren van de lagere school, want inmiddels schreef ik met balpen, en een stuk slordiger. Hier viel me vooral een pijnlijke spelfout op, en het woord ‘tarra’, dat ik naderhand nooit meer ben tegengekomen.Maar de leukste vondst was toch wel mijn muziekschrift met canons en teksten van liedjes. Tot mijn verrassing stond daar namelijk een canon in die de afgelopen weken tijdens onlinerepetities van ons koor is langsgekomen, als hulpmiddel om de lengte van noten te ervaren. Ik kon hem zo meezingen, met de ‘juiste’ tekst (bim-bam), al had ik die vroeger fout opgeschreven; ik begreep toen natuurlijk ook de diepere, didactische bedoeling niet. Officieel worden melodie en maatindeling anders genoteerd, maar toen werkten we met cijfers en streepjes, en voor de ‘praktijk’ gebruikten we do-re-mi.
Prachtig dat jij dat allemaal bewaard hebt. En wat een tekentalent toen al: die “kapseizende” ooievaars!
En ja, het ingeslepen rijtje bruto, tarra, netto. En net wat je zegt: tarra was ook al helemaal uit mijn geheugen verdwenen, want later nooit meer tegengekomen (laat staan nodig gehad).
LikeLike
Ah, jeugdsentiment! Je kunt zien dat je talent voor en plezier in tekenen, rekenen en muziek toen al aanwezig was!
LikeLike
Luister maar naar Wim de Bie
LikeLike
Waar?
LikeLike
Leuk hè die schriftjes. Ik vond bij ome vorige verhuizing ook rekenschriftjes. Ik zag dat. daar nooit fouten instonden. Dat maakte het eigenlijk helemaal niet zo interessant. Heb ze dus maar weggegooid. Die taalfoutjes in de opstellen en dictees vond ik leuker om terug te zien.
LikeLike