Zangstemmen: dugazon

In een artikel in De Rode Leeuw van juni 2019 stond de naam van een zangeres uit de negentiende eeuw, Madame Dugazon, waarvan ik me vaag herinnerde dat die term werd gebruikt voor een bepaalde stemsoort. Omdat ik me afvroeg hoe het ook alweer precies zat heb ik het opgezocht.

De meeste mensen weten wel dat zangstemmen onderverdeeld worden in sopranen, alten, tenoren en bassen. Voor een koor is dat meestal voldoende, met binnen de stemgroep eventueel nog een onderscheid naar hoog of laag. Voor solostemmen bestaat er echter een fijnmaziger indeling, met prachtige, veelal Italiaanse namen. Zo heb je bij sopranen bijvoorbeeld de soprano acuto sfogato (een coloratuursopraan die de Koningin van de Nacht moet kunnen zingen), de soprano lirico leggiero (soubrette), en de soprano drammatico. Bij die laatste is er dan weer onderscheid tussen de Italiaanse dramatische sopraan (Callas!) en de Duitse Hochdramatische sopraan, die iets helderder en doordringender van klank is, voor Wagner-rollen als Brünnhilde en Kundry.
In Frankrijk was het gebruikelijk om stemsoorten te noemen naar het eerste karakteristieke voorbeeld ervan. De Franse dramatische sopraan heet daarom falcon, naar de zangeres Cornélie Falcon (1812-1897). En zo wordt een wat donkergekleurde soubrette, iets tussen een sopraan en mezzosopraan in, in Franse opera’s dugazon genoemd naar de zangeres Madame Dugazon.dugazon 2

[Portret van Madame Dugazon door Louise Élisabeth Vigée Le Brun]

Eigenlijk heette Madame Dugazon Louise-Rosalie Lefebre (1755-1821). Zij was getrouwd met een acteur, Jean-Henri Gourgaud, en nam diens artiestennaam Dugazon aan. Het stel was al snel weer gescheiden, maar ze speelden nog meer dan twintig jaar samen. Haar naam is verbonden aan het type rollen dat ze vaak speelde: jonge meisjes en vrouwen wier eerste jeugd voorbij is. Die rollen worden in de Franse opera nog steeds wel ‘jeunes dugazons’ en ‘mères dugazons’ genoemd en zijn technisch wat minder veeleisend.
Madame Dugazon speelde vaak in opera’s van Grétry, onder meer als Laurette (een ‘jeune dugazon’) in de opera Richard Coeur-de-lion (Richard Leeuwenhart; 1784). Het verhaal is nogal ingewikkeld, maar in het eerste bedrijf heeft deze Laurette een aria waarin ze haar passie bezingt voor Florestan, die de gevangen genomen Richard Leeuwenhart moet bewaken. Deze aria, ‘Je crains de lui parler la nuit’, wordt overigens ook gezongen door de oude gravin in Tsjaikovski’s opera Schoppenvrouw  wanneer ze, kort voordat ze vermoord wordt, herinneringen ophaalt aan haar jeugd aan het Hof van Versailles.

Op YouTube vond ik verschillende uitvoeringen van deze aria, zoals die:
door Mady Mesplé (1977),
door Anne Hagoort (2011)
en door Evangelina Cheslavskaya (2012).dugazon 3

Of al deze dames ‘echte’ dugazons zijn weet ik niet, want hun stemmen verschillen nogal. Vanwege haar timbre gok ik dat de derde het dichtst in de buurt komt.

1 Comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s