
Na mijn experimenten met witte papierreliëfs was ik benieuwd naar de effecten die gekleurd papier zou hebben. De schaduwen die een wisselende belichting op wit papier opleverde, bleken nu minder prominent, maar de kleuren waren vrolijk en openden nieuwe mogelijkheden.
Met combinaties van gekleurde vouwblaadjes en verschillende formaten heb ik een heleboel paneeltjes gemaakt. De foto’s van een aantal van deze paneeltjes waren de basis voor mijn kalender van 2016.
Papier met een verschillende voor- en achterkant, zoals origami-papier en sommige cadeauverpakkingen, blijkt ook goed bruikbaar. Als je de elementen wel of niet openvouwt, kun je op één paneel steeds verschillende voorstellingen maken, als in een silhouet-borduurwerk of een Japanse tekenpuzzel.Een volgende stap in het verwerken van de elementjes was een poging om de driedimensionale reliëfs weer terug te brengen naar twee dimensies. Hiervoor heb ik verschillende teken- en schildertechnieken gebruikt.
Een aantal ‘gemengde technieken’ heb ik op paneeltjes van 10x10cm toegepast, die met elkaar als een soort merklap fungeren. Deze ‘staalkaart’ hangt bij mij in de gang. Soms kijk ik ernaar en denk dan: dat moet ik nodig eens verder uitwerken. De resultaten doen vaak aan wandtegels denken, wat voor een deel te danken is aan het bezoek dat ik in die tijd aan het tegelmuseum in Otterlo heb gebracht.
Dit werk is dus allemaal gebaseerd op dat eerste, simpele, gevouwen papiertje. Inmiddels ben ik met een nieuw basiselement aan de slag gegaan, dat onverwachte mogelijkheden blijkt te bieden.
Daarover een andere keer.
Pingback: Japanse woorden | Achter de sansevieria's