Schabouwelijk

In een recente column op internet* kwam ik het woord ‘schabouwelijk’ tegen. Dat woord kende ik niet. Mijn eerste associatie was ‘aanschouwelijk’ vanwege de klank en het rijm, maar dat strookte niet met de inhoud. Het ging namelijk over de tekst in beleidsstukken die het kabinet naar de Tweede Kamer stuurt. Die zijn ‘doorgaans in ondoorgrondelijk bureaucratenproza geschreven (vaak ook in ronduit schabouwelijk Nederlands)’.

Het woord schabouwelijk heeft dus onmiskenbaar een negatieve betekenis. Dat blijkt ook uit de definitie ervan in Van Dale: jammerlijk, ellendig, gevaarlijk, vreselijk. Over de herkomst van dit gewestelijke bijvoeglijke naamwoord staat er dat het is afgeleid van het Zuid-Vlaamse ‘schabouw’: ‘met de wieken in kruisstand’.

De etymologiebank geeft een nadere verklaring van die molenwieken. ‘Met de wieken in kruisstand, ten teken van rouw. Die kruisstand maakte een trieste, doodse, akelige, ellendige, gruwelijke, verschrikkelijke indruk. Vandaar de afleiding op –lijk: schabouwelijk “vuil, gescheurd; verwilderd, tuchteloos”, maar in Vlaanderen veeleer “ellendig, jammerlijk, armoedig, ergerlijk, verschrikkelijk”[…] Schabouw gaat terug op Fr. escabeau “leertje, trapje, dubbele ladder”. De onbezeilde molenwieken zien er nl. als een dubbele ladder uit.’

Als je recht voor een molen met  stilstaande wieken staat, kun je daaruit een betekenis aflezen. Veel molens zijn erfgoed en hebben een website waar de boodschap van een bepaalde stand van de wieken uitgelegd wordt. Zo heeft de website van de Molenviergang in Aarlanderveen plaatjes van de vreugdestand, de rouwstand, de korte ruststand, de lange ruststand en de feeststand (met vlaggetjes).

Niet overal is die taal hetzelfde. De feeststand is bijvoorbeeld niet universeel en de website van molen De Aeldermeul noemt daarnaast een methode om aan te geven dat het om een urgente boodschap gaat: dan wordt er om de wieken een doek gedaan.

Schabouw blijkt trouwens ook een van de vele namen voor een borreltje: ‘Vooral in Sittard en in de Achterhoek is sjabouw een veelgebruikte borrelnaam. Het woord is omstreeks 1935 voor het eerst opgetekend, in Limburg. Het is sindsdien in vele dialectverzamelingen opgenomen, in tal van vormen, waaronder schabouw, sjabau, sjabeijke en sjabouq. Sommigen omschrijven het woord simpelweg als “jenever, borreltje”, anderen als “gewone jenever (voor de lagere klassen)” of “jenever voor het gewone volk”.

* De toegang tot het Binnenhof. Column van J.Th.J. van den Berg, 23 september 2022.

2 Comments

  1. Molen De Roos lijkt (volgens bovenstaand) momenteel in de korte ruststand te staan, maar in werkelijkheid mag hij niet draaien totdat in 2023 de roeden zijn vervangen. Er zitten een paar scheuren in de roeden… Balen voor de molenaars en voor ons allen! Er wordt hard gewerkt aan nieuwe roeden dus hopelijk gaan we weer gauw een draaiende molen zien.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s