Kinderboeken top 100

Via de nieuwsbrief van kinderboekenvraagbaak Kjoek kwam ik erachter dat er momenteel een verkiezing gaande is van de top 100 van favoriete kinderboeken aller tijden, georganiseerd door De Grote Vriendelijke Podcast. Hiervoor kan iedereen tot en met 7 november een eigen top-5 inleveren via de literatuursite Hebban. Dat leek me leuk om te doen.

Het valt niet mee om er vijf te kiezen, zelfs al beperk ik me tot boeken die ik gelezen heb als kind, pakweg tussen mijn achtste en twaalfde. Eerst keek ik naar de kinderboeken in mijn kast om te zien of ik er met plezier aan terugdenk (waardoor er nu een aantal op herlezing ligt te wachten). Vervolgens vielen me spontaan allerlei namen en titels in: Abeltje! Pietje Bell! Saskia en Jeroen! Heidi en Peter! Winnie de Poeh! Pippi Langkous! Niels Holgersson! Peter Pan! Mary Poppins! Olie Bommel! Sprookjesboeken van Andersen en van Grimm (met plaatjes van Anton Pieck), De geheime tuin, Alleen op de wereld, Alice in Wonderland. De lijst werd steeds langer, zeker toen ik onderweg terechtkwam op een site over oude jeugdboeken. Een ware schatkist!

Uiteindelijk beperkte ik mijn selectie tot ‘verhalende boeken met plaatjes die ik als volwassene heb aangeschaft omdat ik ze zo graag nog eens wilde lezen’. Als kind las ik namelijk meestal boeken uit de bibliotheek. Wat ik er bij herlezing van vond laat ik even in het midden. Hier is mijn top-5:

In de Soete Suikerbol (W.G. van de Hulst, 1947). Sommige plaatjes en scènes vond ik vreselijk eng.

Het betoverde land achter de kleerkast en de andere Narnia-boeken (C.S. Lewis; 1956). Vroeger had ik natuurlijk geen benul van de christelijke connotatie, maar ik vond ze prachtig en inmiddels staat de hele serie in het Engels bij mijn fantasyboeken.

Van de goede Koning Bastiaan van Jac. A. Hazelaar (1948). ‘Zijn jeugd, zijn schooljaren, zijn regering en zijn goede daden en vrolijke avonturen’. Een lekker dik leesboek, met bijna driehonderd bladzijden.

Over de invloed van de laatste twee boeken in mijn top-5, Het tovertapijt (Felix Richter, 1944) en De verhaaltjes van Milly-Molly-Mandy (Joyce Lankester Brisley, 1928) heb ik eerder geschreven in mijn blogstukje over lappendekens uit 2017.

Tot mijn spijt stonden de laatste drie werken niet in de voorselectie op de site en lukte het me niet om ze in te voeren bij ‘vrije keuze’. In plaats van naar die drie ging mijn stem daardoor naar Jeroen en de zilveren sleutel van Daan Zonderland, dat ik onlangs met plezier heb herlezen, Pietje Bell van Chris Van Abcoude en Alice in Wonderland van Lewis Carroll, waarvan ik verschillende vertalingen heb en dat ik gaandeweg steeds minder als een kinderboek beschouw.

2 Comments

  1. Kiezen vind ik altijd moeilijk en deze keus is niet anders. Mijn favoriete kinderboeken zijn er veel, zeker als er geen leeftijdsgrens aan vast zit. Als kind was ik gek op de Pinkeltje boeken van Dick Laan. Ook genoot ik van de sprookjes van Grimm {inderdaad met de prachtige tekeningen van Anton Pieck!). Saskia en Jeroen sprak me natuurlijk aan (als deel van een tweeling zijnde) en laatst las ik de boeken over Wipneus en Pim (B.J. van Wijckmade) weer eens: ook weer genieten. Om voor te lezen vind ik alle boeken van Dikkie Dik (Dik Bruna) heel leuk en de kinderen vinden die ook altijd leuk. Ook ”Rupsje Nooitgenoeg’ en de “Kikker” boeken vallen altijd in de smaak.
    En zo kan ik nog wel even door gaan. Maar dat doe ik niet hoor. Het zijn er gewoon teveel die op de top 100 lijst thuis kunnen horen!

    Like

  2. Pingback: Amme-nemme-nimme-nom | Achter de sansevieria's

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s