Begin augustus schreef ik in mijn blogstukje naar aanleiding van de ISVW-cursus over Odysseus dat ik me iets meer in de monsters uit de Odyssee wilde verdiepen. Inmiddels is er al een stukje over de cycloop Polyfemos. Nu is het de beurt aan het zeemonster Scylla.
De tovenares Circe had Odysseus in Homerus’ Odyssee verteld dat hij voor de reis naar huis uit twee routes kon kiezen. De een voerde langs de Zwerfrotsen. Dat betekende een wisse dood, want daaraan was nog nooit een schip ontsnapt. Voor de andere route moest hij tussen twee klippen door varen. Op de ene klip huisde het zeemonster Scylla en op de andere de immense draaikolk Charybdis, die driemaal daags al het water opslurpte en weer uitspuwde. De meeste kans om het er levend vanaf te brengen had hij door zo snel en zo dicht mogelijk langs de rots van Scylla te roeien. Dan bleef de schade als het meezat beperkt tot een paar verslonden bemanningsleden.
De monsterachtigheid van Scylla blijkt wel uit de beschrijving die Circe geeft. Ze heeft volgens Wikipedia ‘de romp en het hoofd van een vrouw, maar uit haar zij groeiden zes hondenkoppen met daarin drie rijen tanden, zij had twaalf poten en haar lichaam eindigde in een vissenstaart’. Met elke kop pikt Scylla van elk vaartuig minstens één man op die dan reddeloos verloren is.

In de verschillende Odyssee-vertalingen is geen sprake van een vrouwenhoofd, hondenkoppen of een vissenstaart en worden die twaalf poten wat plastischer weergegeven: ‘een twaalftal zwevende poten / twaalf poten en allemaal wanstaltige stompjes / twaalf spartelende voeten / twaalf voeten, die er maar losjes bij lijken te bengelen / twaalf poten die als octopustentakels achter haar aan slieren.’
Circe vertelt ook dat het monster tot aan haar middel in een holle grot verborgen is, dus in eerste instantie is niet duidelijk hoe ze dat van die twaalf poten weet. Circe blijkt het monster echter zelf te hebben gemaakt door uit jaloezie een nimf te betoveren.

Odysseus vertelt zijn mannen niet wat hun te wachten staat, maar toen ze allemaal doodsbang naar de draaikolk Charybdis keken, ‘graaide en greep uit mijn welvende vaartuig Scylla intussen/ zes van mijn mannen, mijn sterkste en handigste varensgezellen’.
In veel afbeeldingen die ik op internet vond kloppen de aantallen niet. Wel waren sommige angstaanjagend. Het blijkt een hele klus om een treffende afbeelding van dit monster te maken. Mijn eigen poging is in ieder geval niet eng en lijkt meer op een bosje in ham gewikkelde asperges.

Hahaha! Probeer een bosje in ham gewikkelde asperges te tekenen en misschien lijkt ze dan meer?
LikeLike
😄
LikeLike