Leesvoer

Deze keer krijgen jullie een blog met enkele wat oudere (ultra-)korte verhalen die ik naar aanleiding van Prompt-opdrachten heb geschreven. Eerst een héél kort verhaal, en vervolgens ter gelegenheid van 4 oktober twee verhaaltjes over dieren: het ‘script’ voor een tekenfilmpje over een bezoek aan de dierenarts en een verhaal over dierenliefde.

=====
Zeswoordenverhaal

Spoorbomen sluiten: even snel doorrijden. Sirenes.

=====
Rupert

In de wachtkamer zitten een onverzorgde man met een oude hond, een oudere dame met een schoothondje en een meisje van een jaar of tien met een tas waarin een kat ligt. Er komt een jongetje van een jaar of acht binnen dat voorzichtig een doosje draagt. De doos en het deksel zijn versierd met groene blaadjes.

In de spreekkamer zien we van de arts alleen de handen en een witte jas. Hij vraagt: ‘Wie is de zieke, Tommie?’ Het jongetje zegt met een klein stemmetje: ‘Dokter, ik denk dat Rupert dood is. Ik heb hem echt goed te eten en drinken gegeven en luchtgaten in zijn doos gemaakt, maar nu beweegt hij niet meer’.

De arts tilt het deksel op. In de doos ligt een verpopte rups op half opgegeten blaadje. ‘Nee hoor, Tommie, Rupert is niet dood. Hij slaapt nu en over een paar weken komt hij als een mooie vlinder uit zijn cocon!’


=====
Sjakkeleboe

‘Sjakkeleboe!’ riep hij en de hond sprong: op de barkruk, een betonnen paaltje of vensterbank. Soms leek ze weg te glijden, maar altijd wist ze zich staande te houden: ‘Goed zo, meisje!’ Met een sprongetje op een smalle richel landen en voorzichtig verder trippelen: ‘Goed zo, meisje!’
Gaandeweg veranderde de situaties waarin hij het commando gaf. De barkruk werd een eetkamerstoel, de paaltjes en vensterbanken steeds lager en breder. De richel werd een stoeprand. Wat niet veranderde was het trotse: ‘Goed zo, meisje!’
Totdat springen helemaal niet meer lukte. Geen ‘Sjakkeleboe!’ meer, maar wel tot het eind toe: ‘Goed zo, meisje!’

1 Comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *