In mijn blogstukje van 28 juni kondigde ik aan dat ik een zomercursus ging volgen bij de ISVW in Leusden, ‘Odysseus’ onvoltooide reis’. Inmiddels is die cursus afgelopen. Het verblijf in het conferentieoord was als vanouds ontspannend (geen wolf tegengekomen) en de cursus was inspirerend, al was hij anders van opzet dan mijn vertrouwde muziekweken. Na een korte kenschets van de te bespreken tekst door de docent, Jabik Veenbaas, lazen we (zo’n dertig cursisten) beurtelings tekstfragmenten voor uit de reader, die we vervolgens klassikaal bespraken.
Er kwamen allerlei belangwekkende meningen en invalshoeken langs en mijn stapel (opnieuw) te lezen boeken is weer behoorlijk gegroeid. ’s Avonds hebben we een film bekeken, Troy, met Brad Pitt als een bijzonder ongeloofwaardige Achilles, en een televisieserie waarin het verhaal van de Odyssee van Homerus min of meer wordt gevolgd. Dit beeldmateriaal sloeg bij mij minder aan, hoewel het altijd grappig is om te zien wat de makers doen met monsters zoals de cycloop Polyfemos en het zeemonster Scylla. Daarover wil ik nog iets meer te weten komen, want net zoals de sirenenzang lijken ze me geschikt voor een afzonderlijk blogstukje. Dat geldt ook voor verschillende volken die Odysseus onderweg naar huis tegenkomt, zoals de drugsverslaafde Lotuseters en de kannibalistische Laistrygonen.

En uiteraard ben ik nieuwsgierig naar muzikale verwerkingen van al die verhalen. De opera Il ritorno d’ Ulisse in Patria van Claudio Monteverdi is bekend en van het gedicht ‘De Lotoseters’ (The Lotos Eaters) van Tennyson heeft Edgar Elgar een deel verwerkt tot een prachtig koorwerk ‘There is sweet music’, dat ik op een cd heb staan. Maar er is ongetwijfeld nog veel meer moois te vinden.
Kortom, het is hoog tijd dat ik zelf op reis ga, op zoek naar monsters en muziek.

Voor geïnteresseerden is hier een summiere samenvatting van wat ik bij de cursus heb opgestoken over de ontwikkeling die het personage Odysseus in de loop der eeuwen in de westerse cultuur heeft ondergaan.
Samenvatting
In de Odyssee heeft Homerus zo’n zeven à acht eeuwen voor Christus de avonturen van Odysseus op diens tien jaar durende reis van Troje naar Ithaka vastgelegd. Dat werk werd in de loop der eeuwen een inspiratiebron voor veel andere westerse schrijvers, om te beginnen voor Vergilius. Deze Romein beschreef in de eerste eeuw voor Christus in opdracht van keizer Augustus in de Aeneïs de avonturen van de Trojaan Aeneas, volgens de verhalen de stichter van Rome. Vergilius moest daarin duidelijk maken dat de Romeinen superieur waren aan de Grieken en bij hem veranderde de slimme, listenrijke Odysseus in de wrede, misdadige schurk Odysseus: van slim naar sluw.
Dat negatieve beeld hield eeuwenlang stand en zit bijvoorbeeld ook nog in Dantes Goddelijke Komedie, waar Odysseus in een van de diepste hellen zit. In de Renaissance kwam de oorspronkelijke Griekse tekst weer beschikbaar en werd het beeld van Odysseus wat positiever, zoals bij Shakespeare in zijn stuk Troïlus en Cressida. Die trend zette zich voort in de Verlichting en Romantiek. Zo heeft de romanticus Tennyson over de episode bij de Lotuseters een lang gedicht geschreven. Het beeld van Odysseus werd steeds gelaagder, evenals trouwens dat van Penelope, de vrouw van Odysseus, die twintig jaar lang op diens terugkeer heeft gewacht. Ook in de twintigste en eenentwintigste eeuw lieten niet de minste auteurs zich door Odysseus inspireren, onder meer James Joyce en Sándor Marái. Margaret Atwood beschreef Odysseus door de ogen van Penelope. Zij toont ons weer een heel andere Odysseus.

Thema’s
Een trend in deze ontwikkeling is een toenemende secularisatie. De rol van de goden raakt steeds verder buiten beeld en de nadruk komt steeds meer op de menselijke, aardse eigenschappen te liggen. Al bij Homerus verkiest Odysseus nadrukkelijk zijn sterfelijke vrouw Penelope boven de nimf Kalypso die hem de onsterfelijkheid belooft en die keuze voor aardse menselijkheid komt steeds sterker naar voren. In zekere zin zien we hier de culturele omslag van mythos naar logos, van mythen waarin de mensen speelbal van wispelturige goden zijn, naar de rede, waarin zij zelfstandig handelen. Naast het spanningsveld tussen onsterfelijkheid en sterfelijkheid is er ook het spanningsveld tussen nieuwsgierigheid en heimwee, waardoor de thuisreis van Odysseus als het ware ook als een spirituele thuisreis gezien kan worden. Interessante thema’s om verder over na te denken.

weer een hoop inspiratie opgedaan dus.
LikeLike
Pingback: De cycloop | Achter de sansevieria's