Op een grote rommelmarkt in Apeldoorn lag in een kraam een aantal ‘kanarieboekjes’. Ik herkende ze meteen: klein formaat, geel/grijze kaft, intrigerende inhoud: een serie zelfhulpboekjes uit de jaren dertig tot vijftig van de vorige eeuw. De exemplaren op de markt waren niet bepaald in prima staat, want de bladzijden lieten los zodra je erin bladerde. Toch heb ik er een gekocht, niet zozeer om de inhoud, maar als een geheugensteun om ze eens op te zoeken, met dit blogsstukje als resultaat.
Het boekje dat ik had gekocht was nummer 175, met de titel Utopië. het land van belofte door Sir Thomas More (1947). Het had slechts 64 bladzijden, dus het is vast geen getrouwe vertaling van het beroemde Utopia uit 1516, want het oorspronkelijke boek uit 1516 telt 186 pagina’s en in de vertalingen varieert het aantal van 160 tot 180. Zelfs het lemma van Utopia in Wikipedia met een samenvatting van de inhoud is al vrij omvangrijk, met meer dan tien bladzijden A4. Het bleek te gaan om een ‘nieuwe bewerking door Herbert N. Casson’.

De kanarieboekjes waren zelfstudie- en zelfhulpboekjes en werden vanaf eind jaren vijftig uitgegeven door de Haagse uitgeverij Succes. De uitgebreide beschrijving van Kanarieboekjes in Wikipedia geeft een overzicht van alle verschenen boekjes en bij het zien van de lijst met de 260 verschenen titels in deze ‘practische Vestzakuniversiteit’ dacht ik af en toe: die had ik vroeger best wel kunnen gebruiken, zoals Zóó krijgt u moed en zelfvertrouwen. Sommige afleveringen zijn vergelijkbaar met de ‘HowTo’- sites die tegenwoordig op internet zijn te vinden: Zóó schrijft u teksten en brochures. Andere zijn kleine taalgidsen, met aparte afleveringen voor grammatica, conversatie en woordenboek.
Tot mijn verbazing stond er in de lijst ook een boekje waarvan ik me realiseerde dat ik dat zelf nog ergens moest hebben, hoe ik er ooit aan ben gekomen is me een raadsel. Na enig zoeken vond ik het terug in een bak met allerlei andere kleine boekjes die in de boekenkast kwijt zouden raken. Het ging om nummer 115: 50 spelletjes binnens- en buitenshuis voor jong en oud, door Eva Bonheur. Nogal oubollig (‘fuif’) en af en toe tenenkrommend seksistisch. Het waren andere tijden, natuurlijk, maar toch. Van één spelletje herinner ik me dat we dat ooit op een kinderpartijtje hebben gespeeld: een omhulsel van een lucifersdoosje aan elkaar doorgeven met je neus.

Een aantal Kanarieboekjes staat integraal op internet, maar lang niet allemaal, helaas.
In DBNL staan er 11, onder meer Zó schrijft u teksten en brochures en Delpher geeft 20 treffers, waaronder het voornoemde Zóó krijgt u moed en zelfvertrouwen (1942). Die heb ik natuurlijk allebei meteen gedownload. Beter laat dan nooit, nietwaar.