Oulipo

De laatste tijd kwam ik regelmatig het woord ‘oulipo’ tegen. Zo heeft het blog VandaagsVertaalProbleem van Robbert-Jan Henkes af en toe een ‘oulipojaanse oefening’ onder de noemer ‘associatieve assonanties’, zoals in dit stukje, waarin hij een bestaand gedicht ‘vertaalt’ op basis van rijm en klank. Dat schijnt het beste te werken bij een taal die je niet kent.

Daarna kwam ik het woord tegen in een bijdrage van Andreas Dijkzeul aan VertaalVerhaal over het vertalen van werk van Hervé le Tellier. Deze auteur bleek onder meer voorzitter te zijn geweest van Oulipo ‘de in 1960 opgerichte groep van schrijvers en wiskundigen, waarvan de leden er een spel van maken literaire werken te creëren die aan bepaalde voorschriften en beperkingen gebonden zijn’.


Oulipo is de afkorting van Ouvroir de littérature potentielle oftewel ‘Werkplaats voor potentiële literatuur’. De beperkingen die de leden van die groep zich opleggen zich bij het schrijven bestaan bijvoorbeeld uit het al dan niet gebruiken van bepaalde letters of woorden. Dat doen ze niet alleen als een leuk tijdverdrijf, maar ook om hun inspiratie en vakmanschap te trainen. Taalspelletjes op niveau, dus.
Bekende voorbeelden van oulipojaans werk zijn de Exercices de style van Raymond Queneau uit 1949, waarin hij een alledaagse gebeurtenis in negenennegentig verschillende stijlen vertelt. Rudy Kousbroek heeft hiervan een Nederlandse vertaling gemaakt, Stijloefeningen, waarvan enkele voorbeelden in DBNL staan, in jaargang 5 van het tijdschrift Bzzlletin.


Een ander voorbeeld is de roman La Disparition van Georges Perec uit 1969, waarin de letter e ontbreekt en dat in 2009 door Guido van de Wiel in het Nederlands is vertaald als ’t Manco. De tegenhanger daarvan, Les Revenentes uit 1972, met de e als enige klinker, is als De wedergekeerden in 2022 in het Nederlands vertaald, eveneens door Guido van de Wiel.

In Nederland staan verschillende oulipojaanse voorbeelden in Opperlan(d)se taal- en letterkunde van Hugo Brandt Corstius, oftewel Battus, waarvan de versie uit 1981 dat in DBNL te lezen is. In hun blog HofHaan hebben Martin de Haan en Rokus Hofstede verschillende stukjes aan oulipo gewijd.


Als je de voorbeelden leest krijg je zin zelf aan de slag te gaan met betrekkelijk eenvoudige oefeningen als: ‘Schrijf een tekst met woorden van één lettergreep.’ Literatuur levert het bij mij niet op, maar het is vooral heel leuk om zo met taal te spelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *